VOORDRACHT 50 JARIG JUBILEUM PA EN MA
INTRO
Cees Brok : Zoon van Joan Verschuren en Peer Brok
Jo Verhoeven : Dochter van Marie Peeters en Antoon Verhoeven
Opa Verhoeven heette ‘D’n appelkoek’ en was boekhouder.
Zijn broer stond bekend als ‘Zwarte Gijs’
wegens zijn mooie zwarte krullen.
Opa Verhoeven is op de weg terug van de wielerronde van Dussen verongelukt.
Oma Verhoeven heeft alleen de drie kinderen grootgebracht.
Ze verdiende de kost door kleding te naaien
voor de betere burgerij van Waalwijk.
Opa Brok heette, als tot boswachter gepromoveerde stroper,
‘Peerke d’n Bul’.
Bij nacht en ontij zat hij in het veld of op de hei;
‘lag’ volgens opoe.
Het jagen en stropen is pa dus met de paplepel ingegeven.
Nog heel lang een geweer onder bed gehad.
Nu bevinden zich daar een doos bonbons en een plat flesje.
Opoe Brok bestierde het huishouden en de boerderij.
De opvoeding van de kinderen was haar taak.
Voor de uitdrukking “Iets met de paplepel ingeven” had zij
een zeer letterlijke interpretatie.
Opoe Brok was zeer (bij)gelovig.
Bij onweer werd het hele huis geweid met een palmtakje.
Oma verhoeven kwam geregeld bij de fam. vd Heuvel op het Laageinde in Baardwijk, samen met haar dochter; ons ma dus.
De heer vd Heuvel werkte bij de fa. v Schijndel en bracht soms een jongere collega mee; ons pa dus.
Tijdens een van die bezoeken moeten ze elkaar daar getroffen hebben.
Als grote looi en/of lange kemel kreeg Cees al overal de schuld van.
Als oudste gaf hij leiding aan Noud en Jan bij de uitvoering van baldadigheden en tot zijn verbazing kreeg hij dan de schuld.
Pa heeft altijd timmerman willen worden, vroeger al spijkerde hij de poppen van zijn zussen aan houten kruisen die hij vervolgens op de mestvaalt plaatste.
Maar hij werd schoenmaker, want hij was al verhuurd aan de broodheer van Peerke Brok: Petrus van Schijndel.
Daar werd Cees al spoedig ingezet om voor de Duitsers schoenen te maken.
Pa ging met zijn boekentas achterop uit vrijen naar het Antoniuspleintje.
Zo heeft pa in de avonduren, op 24 jarige leeftijd, de MO-akte gehaald.
Oma was dol op het spek dat uit Drunen kwam.
Aan het eind van de oorlog hebben Cees en Noud de gewonde buurman Rinus v Rooy naar de Klinkaert gebracht.
De twee Brokken konden het toen niet laten
om direct door te lopen naar Waalwijk.
In Waalwijk hadden ze beide een vriendinnetje zitten; Jo en Mien.
In hun schuilkelderkloffie op klompen hebben ze ook de familie in Waalwijk (ome Jos) op de hoogte gebracht van de situatie in Drunen. Toen ze later terugliepen naar Drunen was een rood lint gespannen langs de route waar ze gelopen hadden, want daar lagen geen mijnen!
Aanstelling van pa aan de Nijverheidsschool.
Ma had voor haar huwelijk reeds een duobaan.
Ze deed thuis het huishouden en hielp oma Verhoeven met het naaiwerk.
10 Augustus 1948
Op enkele steenworpen afstand van waar het allemaal is begonnen.
Verliefd, verloofd, getrouwd en via een huwelijksreis naar Kopenhagen hup in de luxe kamer bij Hotel ‘De Twee Kolommen’ bekostigd met het maken van schoenen door pa en kleding door ma.
Het huwelijk betekende voor ma de overstap naar een triobaan
bij een nieuwe werkgever.
Door haar goed georganiseerde huishouden was pa in staat om carrière te maken en na te denken.
Verhuisd naar het arbeidsbureau in de Grotestraat.
Buren fam. de Boer altijd goede contacten gehad.
Ze zijn later naar Amstelveen verhuisd,
waar wij nog vaak gelogeerd hebben.
November 1949 Sjan met de ogen ver open geboren.
Má, hij kèkt noar de kachelpijp, enz.
(Sjanneke tanneke toverheks !)
Februari 1951 Toon geboren.
Zo lelijk dat pa bezoek van een aap veronderstelde.
(Toontje m’n zoontje is altijd ziek !)
Verhuisd naar de Nieuwstraat.
Oktober 1952 Maria geboren
Langzaam maar zeker komt ze ergens.
Later echter was ze op de skelter de snelste.
(Miet en/of Den Bolle)
In de voorkamer werd door pa op papier
’n nieuwe schoenmachine ontwikkeld.
Een goede vriend van hem uit Amerika, de heer Camboriam,
heeft nog aangeboden om met het gezin naar Amerika te emigreren, maar dat werd door ma afgewezen.
Februari 1954 Peter geboren.
Wegens plaatsgebrek opgeborgen in een margarinedoos.
(Peter de meter)
Ma heeft altijd met veel plezier naai- en breiwerk gedaan.
Maar haar grote hobby was koken en eten.
De kaartavonden waren heilig temeer door de druk
vanuit Zr. Smeele, Dora (Door) en Oma.
Oktober 1956 Hannie geboren.
Zr. Smeele :’Hé, déze heeft haar !’
Kijkt de kat uit de boom.
(Hannie die ka’nie)
De kinderen hebben het grootste deel van de kinderjaren in de Nieuwstraat hebben doorgemaakt.
Er was een tuin met een kippenhok achter het schuurtje en een plaatsje waar onder het raam de bank stond, model Nijverheidsschool.
We konden achterom langs Slaats naar de Grotestraat.
Bontjas van ma die aan de waslijn op het plaatsje hing is door de hond Max van de waslijn getrokken en aan stukken gereten.
Sjan gaf altijd op het plaatsje les aan kinderen uit de buurt.
Van wie zou ze het hebben?
Toon zat van ‘s-morgens tot ‘s-avonds als een Goeroe in de zandbak.
‘Er is er maar één die alles weet, wàr Slots’.
Maria was altijd zeer stil en rustig, zodoende kon ze in een onbewaakt ogenblik een aantal knoopjes van de toog van de pastoor die op bezoek was onder tafel losmaken.
Peter moest van pa ‘op de grond liggen en stampen’ als hij iets wilde, maar de rollen werden omgedraaid.
Eind jaren ’50 begonnen met de bouw van een nieuw huis op de Kloosterweg waarna we in 1960 zijn verhuisd.
We pasten eigenlijk niet zo goed in de buurt van fabrikanten en doktoren.
Zo bevond zich bij ons op de schouw naast het kruisbeeld Het Gertje.
Bij gebrek aan effectiviteit van de diverse geraadpleegde didactische modellen werd dit regelmatig van de schouw gerukt en gebruikt.
Wij hebben dit altijd als een sportieve uitdaging gezien.
Vakantie in Den Haag in de Laan van Nieuw Oost Indië.
Via leraren woningruil.
Er werd een Volkswagen Kever gehuurd bij ‘de Mossel’.
Met Peter in de kattebak en Hannie voorin
bij ma op schoot wegens wagenziekte.
Zodoende geschikt voor zeven personen.
We moesten een enorm eind naar het strand wandelen.
Op het strand allemaal hetzelfde pakkie aan, om niet kwijt te raken.
Peter toch een keer kwijtgeraakt.
Hij stond uiteindelijk in onderbroek achter op de politiejeep te brullen alsof er brand was.
Een bekend logeeradres voor ons was bij Toos Smits
op ‘De Achterste Hoeve’ in het bos.
September 1964 Yvonne geboren.
Naam door eenieder ingebracht.
Peter tegen Smeele : ‘Ik had liever een hond gehad’.
Deze ongewenst hoopvol verwachte komst was de aankondiging van een totaal nieuwe generatie.
Onze tienerjaren hebben wij allemaal op de Kloosterweg doorgemaakt.
De Kastjes speelden daarbij een essentiële rol.
‘t geel kastje
model LTS ( = tegenwoordig groen\grijs )
Speelgoed kinderkamer.
Verboden bij straf.
’t boekenkastje
( = nu een geel kastje geworden bij Hannie)
Erfenis van de Nieuwstraat
Opvoedkundige literatuur.
Bepaalde boekjes vonden we soms op onze kamers.
Maar wij hadden ze dan al eerder gelezen.
de drankkast
De sleutel paste ook op de overloopkast en andersom.
de meterkast
Pa draaide de zekeringen eruit als we lazen in bed.
Bij late feesten in de schuur werd dit met gejuich onthaald.
de vele klerenkasten model LTS
Een diep formaat met een inhoud van 2 m3
’t zolderke
Daar bevond zich de grote voedselvoorraad.
Wat niemand mocht weten en die iedereen wist.
Eind jaren ’60, begin ’70 had Sjan haar Adamo periode
en moesten Yvon en Hannie gekleed en gekapt worden
gelijk de Adamo-zusjes.
De liedjes kennen we nog allemaal.
Ma had een gouden trommeltje met snoep.
Op woensdag werd dat met korting op de markt gevuld.
Wij kochten daaruit op zondag snoep.
Wel van ons traktement en voor de volle prijs.
Yvonneke zorgde in deze periode altijd wel voor leven in de brouwerij.
Ze was van ons ma, maar werd voor een deel door de kinders opgevoed, met alle gevolgen van dien.
En pa ? : ‘ach man, woar bemoeide oe ége mee ? ‘.
Tijdens een gesprek over bloemetjes en bijtjes merkte ze op :
‘… en al die andere zaadjes zwemmen zeker in de Maas !’
Het geloof, iets wat bij de ouderen altijd wat vaag is gebleven,
had voor Yvonneke meer een praktische betekenis :
‘Pa, ge hoeft nie te bidden want de soep is al koud’
Pa stond er bekend om dat hij altijd te laat op school kwam.
Maar toch heeft hij er de 25 jaar rond gemaakt.
Zijn beruchte Castro-speech is eenieder bijgebleven
niet om wát hij zei, maar hoevéél.
In eigen beheer werd centrale verwarming aangelegd
van louter oude spullen.
Dit heeft vele jaren voor de nodige lekkages gezorgd.
Het is niet verwonderlijk dat ma, die de zwemkunst niet meester was, toen direct op zwemles is gegaan.
Als actief lid van de zwemclub heeft ze het Hoefsven vele jaren onveilig gemaakt, geen badmeester was veilig.
Als in mei het zwembad open ging moest er ‘s-morgens vroeg gezwommen worden ook al lag er nog ijs op het water.
Pa had weer andere zorgen, want de schoenmakerij liep op z’n einde.
Om vervroegd pensioen te voorkomen is hij een studie handvaardigheid gaan volgen en heeft daarmee nog een paar jaar les gegeven.
In de jaren ’60 is het reizen begonnen.
Eerst zakenreizen met o.a. Vincent Hoffmans naar Frankrijk, Duitsland en Tsjecho-Slowakije. Gotwaldof (Bratislava).
Later bezoeken aan kuhrort, tandarts en Stefan in Piestani.
Contacten met de familie Mika in Praag duren tot op heden voort tussen de kinderen en kleinkinderen.
Ma ging met tante Bep naar Curaçao.
Er is ontzettend veel gelachen o.a. omdat tante Truus de deur van de auto reed die ma open had laten staan.
Na een tweede graads verbranding moest ma belegd worden met komkommers.
Bij terugkomst rookte ze en had ze zich opgemaakt.
Als de resultaten op school minder goed waren moest er geleerd worden desnoods met hulp van de heer Grijsbach.
Slechte rapporten werden in de keuken opgehangen.
Als je kon en wilde studeren waren er vaak belangrijkere zaken zoals het huishouden of de tuin.
Of deze typische moraal voortkomt uit hun opvoeding of een verworvenheid is uit het overloopkastje was nooit duidelijk.
Er was een grote moes- en siertuin.
Daar kregen al de kinderen ook een deel van te onderhouden,
wat vaak veel stof deed opwaaien. Ook bij regenachtig weer!
Elk jaar de doperwtenoogst onder de bezielende leiding
van oma Verhoeven.
Op zaterdag, want dan kwam ze
de oude en de nieuwe week aan elkaar lijmen.
Een wekelijks terugkerend spektakel was het opruimen van allerhande afval middels een groot vuur.
Dat vuur was niet gauw te groot of de rook te zwart.
Dat de was van de buren een grauwsluier kreeg vonden wij elke keer weer erg vervelend.
In de jaren zestig ging pa met de oudsten op pad,
terwijl ma met de jongsten thuis bleef.
Dan had iedereen een beetje vakantie.
Hannie hoorde aanvankelijk bij de thuisblijvers,
maar later mocht ze mee met de groten.
In Duitsland gingen we meestal naar de Moezel.
Valwig, Bruttig en Cochem.
Nog steeds contacten met fam. Pellio.
Weib(pa), Wein(allemaal) und gesang(Hannie).
Sjan horzelbeet, gebraden op luchtbed.
Rondjes rond tent om pannekoeken te verteren.
Pa kwam meeëten, vervolgens naar z’n hotelletje gebracht waarna wij ons dan in de kermisavonturen in Bruttig stortten.
Deze reizen deden we met een bijna eigen auto.
De Simca 1000 samen met oom Piet gekocht,
die hem op jacht naar een schone schoenverkoopster total loss reed.
In Frankrijk werd via de leraren woningruil Madame Heimler bezocht .
Alfons en Remonde hebben we daar ook leren kennen.
Fort Taunus 1200 was de eerste eigen auto.
Zelfde als wethouder/leraar/overbuur van Eijl.
Versleet drie motoren door in de vierde versnelling
de Kloosterweg uit te rijden.
Voorzien van dubbele bediening.
Ma en later de jongens kregen daar les in.
Met ma is het nooit iets geworden,
de grachten lagen te dicht langs de weg.
De Taunus vond zijn einde over een sloot in weiland.
Peter en Hannie kwamen van een examenfeest in Heusden.
Daarbij ontdekte Hannie met het hoofd de dubbele bediening.
Opel Manta sport overgenomen van oom Jan.
Ingeruild tegen Opel Ascona stationwagen.
Na korte carrière als kippenhok
weer jaren in gebruik genomen door Toon.
Altijd als er ergens een aanwinst voor het wagenpark in zicht kwam moest hij ‘Bij Koenders op de brug’,
alwaar het definitieve oordeel werd geveld.
Nu zijn de kinderen allemaal zo’n beetje de deur uit
en kunnen pa en ma de tijd weer helemaal aan elkaar
en hun hobbies besteden.
Dat is een hele drukte.
Ma heeft nog steeds haar grote huishoudhobby.
Koken en eten is erg belangrijk
en wat de dokter verboden heeft het lekkerste.
Schoonmaken stelt niets meer voor
omdat er niemand meer is om iets vuil te maken.
Ook gaat ma ook graag een eindje fietsen.
Lange tijd met mevr. Gouda de omgeving verkend.
Als ze liever blijft zitten wordt er nog steeds gehandwerkt.
Tegenwoordig zijn kruiswoordraadsels en zweedse puzzels ook niet veilig meer voor haar.
Eind jaren ’70 is het project Camper opgestart.
Een oude Hanomagbus bijgenaamd ‘Snukkie’
werd omgebouwd tot kampeerbus.
Geheel volgens diverse schoenmakersmethoden samengesteld
(lijmen en spijkeren).
Ze hebben er vele jaren mee door Europa getoerd.
Deze is door pa zelf in de prak gereden.
Pa is na zijn pensionering achter in de schuur gewoon doorgegaan met z’n schoenmachines en noemt het nu zijn hobby.
Het is naar zijn eigen zeggen ook de manier
om nu brood op de plank te krijgen.
De tegenwoordige hobby’s zijn : biljarten in de bejaardensoos,
fietsen, woensdag naar v. Bekhoven, TV kijken (zappen)
en de buurman Stassar politiek/financieel bijscholen.
Geestverruimende middelen worden door beide niet versmaad.
Alcohol, in elke mogelijke verdunning, is favoriet.
Zo zeer, dat onverwacht bezoek het kan treffen,
na een aangeboden borrel,
de ene lege jeneverfles na de andere uit de drankkast te zien komen onder het slaken van evenzovele verbaasde uitroepen van pa en ma.
Van de reizen zijn de laatste 25 jaar veel dia’s gemaakt.
Het bekijken van willekeurig welke vakantieserie levert altijd zeer bijzondere impressies op zoals een zonnig strand in Praag.
Je krijgt een ruim overzicht van hetgeen je zou verwachten.
Er is nog nooit iemand geweest die na een avond dia’s kijken
kon zeggen dat hij iets gemist had.
Begin jaren ’80 gaan pa en ma geregeld naar het zuiden.
Eerst met de Hanomag.
Later met de Renault die op huisbrand diesel liep.
Ook hier heeft zuinig onderhoud
een tweede motor noodzakelijk gemaakt.
De wintertrek naar het zuiden word begin jaren ’90
met de bus of het vliegtuig gedaan.
Dan wordt de scheiding al duidelijk.
Ma heeft de zon en het strand ontdekt.
Pa vindt dat te warm.
Ma is niet zo’n talenwonder als pa,
daarom wil ze ook in het buitenland gewoon ‘Wolluks’ kunnen praten.
Het resultaat :
Pa ligt in de slowaakse modder.
Ma zwemt in de spaanse zon.
Om een definitieve scheiding te voorkomen
denken we dat het goed is om ze samen
naar een zonnig modderbad te sturen.